Dick van Hoeve
Zeventiger en sinds de zestiger jaren teksten schrijvend,
waarvan sommigen kunnen worden gekenmerkt als gedichten.
(Nu al meer dan 55 jaar)
Publiceerde in zeventiger jaren van de vorige eeuw
in elke z.g. erkende bladen.
Daarna vanaf het begin betrokken bij de Dichterskring.
Waar hij zijn werk met medeleden en plubliek deelt.
Poëzie is het expressiemiddel dat hem (helaas) het beste ligt.
Schrijft in allerlei vormen; vooral vrije verzen; haiku en een zelfontwikkelde schijnsonetten.
Zijn werk heeft hij opgeslagen in een ladekast met katernen
(een aantal teksten die een geheel vormen, maar te klein in aantal om een bundel te zijn.) Thematisch samenhangende katernen vormen dan weer dichtdozen.
Thema’s in zijn werk die regelmatige terugkeren,
zitten in “groei” ordners. (ringbanden)
Bijna al zijn werk is “gratiz voor nix” digitaal beschikbaar.
(al zijn enkele bestanden soms te groot om in een keer te verzenden) via zijn Weggeverij de Geesthoeve
waarvan hij actuaris is.
Tegen kosten kunnen ook geprinte exemplaren worden
besteld en analoog worden toegezonden of bezorgd.
CURRICULUM FUTURUM
struikelend door
het fladderen
van ons denken
verken ik mijn lichaam
de helix van het bewustzijn
nestelde zich er
met als brandpunt
de vraag
wie ben ik
en wie ben ik
in de kluwen
van verbindingen
het brein van een ander
tussen de zich
voortdurend verdringende beelden
huizen we
in een camera obscura
probeer de schaduwspiegel
te blussen
die tracht
met een zwaluwstaart
te ankeren
want
we bevaren
een vloedgolf
van warmte en kou
speel mij er
toekomstmuziek toe
als tastbereik
van spinragzijden woorden
soms beklijft een flard
waarop het licht
is bevallen
als gedicht
DAGLICHT
vanaf een bank
aan de rand
van mijn dorp
kijk ik
naar smalle wolkenrepen
waartussen de zon
in kleuren vertrekt
ik kan water zien
branden
van de begroeide sloot
boven de boomsilhouetten
op het duin
is de dunne maansikkel
de andere horizon
eerst zal de wind
gaan liggen
voordat de avond
met geruisloze stemmen komt
de nacht
sterren strooit
in onze liefde
straks is dit een gedicht
morgen is er
soms een te veel
voor woorden
TIJ
in het licht
van de dag
heb ik de adem
op weg geholpen
in menselijke maat
is er geen tijd
voor alles
dat kan worden
beleefd
er zijn alleen
genoeg momenten
om van wat
beweging is
beleving te maken
zoals op dit strand
waar de horizon
blauwer wordt
de wind
bij de duinvoet
is gaan zitten
als een trouwe hond
terwijl de witte lijnen
van een dunne branding
naar elkaar toelopen
als dichtregels
die het steeds leger worden
van mijn brein vullen
als een kussen