Dichterskring Alkmaar
 
Paul Roelofsen

Paul Roelofsen

Paul Roelofsen schreef aanvankelijk korte verhalen die onder meer werden gepubliceerd in Het Nieuw Vlaams Tijdschrift en in Avenue Literair. Sinds 2001 is hij meer met poëzie bezig. Gedichten van hem verschenen in Meander en Nynade. Hij droeg voor op vele podia in Nederland en daarbuiten; zo was hij in Frankrijk te horen in Carcassonne en op de Volksuniversiteit en de Sorbonne te Parijs.
In 2010 verscheen zijn debuutbundel De dame en de vrouw, in 2015 gevolgd door Een roos in december en in 2019 Een bloembed, een bloedbad.
Zijn gedichten werden vertaald in het Frans, Engels, Duits en Fries.
Paul is poëzierecensent bij Meander.

 

Trein gemist

Na een kom juliennesoep in de wachtkamer
eerste klas van het Centraal Station te Amsterdam
al weer naar buiten om de volgende te halen

(er lopen te veel treinen)

deze miste ik ook

haastig terug naar de restauratie
waar de romige serveerster me direct herkende
en me zo veelbelovend toelachte
of zij al wist
een droom te zijn binnengedrongen
waarin het missen
van treinen het voorspel is

 


Kinderliefde

Wat wil je later worden, jongen
Hond opa

maar je weet
dat ik niet van honden houd

U bent dan oud, opa, en blind
ik leid u dan

Waarheen, mijn jongen
De sloot, opa

en wanneer u bent verdronken
en wordt begraven

zal ik daarbij janken

 


Somnambule in de polder

De sloot wast de vissen
De sloot is verliefd op de vissen
De sloot is een wang met zilver erop
En de wilgentakken die erboven hangen
laten tranen op die wang
De sloot is een zilveren slang
die waakt over haar vissen

En het riet sist tegen de vissen
En de vissen lispelen tegen het riet
En de takken sluiten zich
En de mist is licht
En de maansikkel achter een wolk
ziet een beer
Een oude beer die de weg kwijt is

 
Paul Roelofsen aan het kanaal in Koedijk, foto door Babs Witteman


Schemeravond

Ik liep langs het kanaal
toen er een hoofd
uit het water kwam
en daarbij nog een arm
die zwaaide

onwillekeurig
bleef ik staan
en bracht een groet terug
waarna de arm weer onderging
en ook het hoofd verdween

mij eenzaam achterlatend
met mijn zorgen