Dichterskring Alkmaar
 
ALG Bosboom-Toussant.jpg

ANNA LOUISE GEERTRUIDA BOSBOOM – TOUSSAINT

BRIEF AAN "ALKMAARSE TRUITJE "

Hallo Anna Louise Geertruida, 

Ik ken je als Truitje. ‘We spreken af bij Truitje’, zeiden we vroeger. Iedereen wist waar dat was, bijna niemand wist wie je was. ‘Truitje’ is het borstbeeld van jou, dat op 16 september 1912, precies honderd jaar na je geboorte, werd onthuld. Het staat aan de Kennemerstraatweg, tegen over de Molen van Piet. Dat is bijna het mooiste plekje van Alkmaar. Het beeld is bescheiden van omvang, uitgevoerd in brons op een sokkel van Zweeds graniet.  August Falise heeft het gemaakt. Ze hadden niet erg veel waardering voor je. Er werd maar 1750 gulden ingezameld. Dat was vijfhonderd gulden te weinig. Die legde de gemeente er bij. Groots gebaar hoor van dat toen al zuinige Alkmaar. Waardering is er nooit echt gekomen. Ik leerde tenminste niets over je op school en las niets van wat je schreef. Je hebt mij nu, 120 jaar na je dood, alsnog nieuwsgierig gemaakt. Ik werd getroffen door de aquarel studies, die Johannes Bosboom van je maakte. Ze zijn zo teer, zo liefdevol geschilderd. Toch kijk je niet echt blij. Er ligt een waas van verdriet over je gezicht. Dat heeft vast te maken met je verloren liefde. 

Reinier Bakhuizen van de Brink. Een mond vol. Door zijn vrienden werd hij Bakkes genoemd. Beetje lomperik was het, ook qua gestalte. Als jij met van de Brink ergens binnen kwam, leek het even ‘als viel je uit zijn zak’. Heb je dat geweten, dat ze dat zeiden? Als dat al zo is, zal het je een zorg zijn geweest. Volgens mij hield je van hem, ook al deed je verloving met hem je sociaal gezien niet veel goeds. Verdrietig voor je dat hij wegens speelschulden uit moest wijken naar België en je vervolgens ontrouw werd. Julie Simon nam jouw plaats in en wat kon jij anders doen dan je verloving verbreken? 

Toen Johannes in maart 1850 die aquarel studies van je maakte, hield je toen van hem? Hij wel van jou. Anders kan je een vrouw niet zo schilderen. In ieder geval trouwde je een jaar later met hem en gingen jullie naar den Haag. Dat is wel even iets anders dan Alkmaar, maar je was wel wat gewend. Ik weet dat je van je achtste tot je achttiende levensjaar niet in Alkmaar woonde, maar bij je grootouders in Harlingen . Ik ben ook in Alkmaar geboren en tussentijds verschillende keren uitbesteed  bij familie. Zelfs als het daar fijner was, voelde ik mij verdrietig en weggestuurd en wilde ik het liefst terug naar huis. Bij jou voel ik dat verdriet ook. 

Toen je in 1833 slaagde als ‘schoolhouderes’, ging je in Hoorn als gouvernante werken. Niks voor jou dat onderwijs. ‘Schoolhouderes’ is beslist een prachtig woord, maar hoeveel prestige gaf de positie als gouvernante helemaal? Volgens mij had je aan de Universiteit moeten studeren Truitje, maar dat was voor vrouwen niet weggelegd. In die tijd ging al het vrouwelijk talent verloren achter de afwasteil en werd het met stoffer en blik opgeveegd en weggegooid. 

Toch ben jij min of meer door het mannenbastion heen gebroken. Je hebt het toch maar voor elkaar gekregen om, in de eeuw waarin jij leefde, als enige vrouw erkenning te krijgen als schrijfster en dus te publiceren. Weet je dat dat tegenwoordig nog steeds niet gemakkelijk is voor vrouwen? Ik bedoel om echt erkenning te krijgen? 

Dit jaar, anno 2007, heeft Doris Lessing de Nobelprijs voor de Literatuur gekregen. Dat is een prestigieuze prijs die al ruim honderd jaar wordt toegekend, maar ze is pas de zesde vrouw die hem krijgt! Ze schrijft boeken die de emancipatie van vrouwen bevorderen, zoals jouw roman Majoor Frans. Vrouwen kunnen zich nu veel gemakkelijker profileren en hebben toegang tot alle studies,  maar toch. Er is nog steeds een mannenbolwerk Truitje. 

Ik heb overal gezocht naar hoe jouw leven is verlopen, naar hoe  het voor je was om in jouw tijd te leven. Erg duidelijk werd het niet. Tot ik Majoor Frans ging lezen. In het begin moest ik even wennen aan het tempo en aan de stijl. Wij leven tegenwoordig in  een razendsnelle wereld. Iedereen is, druk, druk, druk en struikelt over zijn eigen haast. Toch had jij dat ook al een beetje. Ik las dat jij je manuscripten schreef met een ganzenveer of met potlood, omdat je zoveel en zo snel schreef, dat  een stalen pen dat niet kon bijhouden. Ik schrijf met een vulpen. Weet je dat zo’n pen in deze tijd antiek is en tijdverslindend wordt genoemd? Er zijn nu computers en toetsenborden en printers. Tik, tik, tik, tik. Razendsnel. Eén druk op de knop en hup. De tekst rolt  uit een machine. 

Ik voel me verwant met jou, met je potlood en met de vrouw die je mij in Majoor Frans laat zien. Toegegeven, ik moest wennen aan het taalgebruik, aan de trage manier waarop de mensen met elkaar communiceren, maar ik heb het boek in één adem uitgelezen. Jij werd voor mij een mens van vlees en bloed. Ik kon je zien, ruiken, voelen. Het maakt niet uit of het boek autobiografisch is, maar ik voelde jou er in. Er zijn zonder meer overeenkomsten. Freule Francis Mordaunt, de hoofdpersoon, wordt bij haar vader en grootvader opgevoed, jij bij je grootouders. Het meest ontroerende in je boek vond ik het gedeelte, waar Francis aan haar neef Leopold duidelijk probeert te maken hoe zij de recalcitrante vrouw is geworden, die ze is en hoe ze gladde, gebaande paden verafschuwt. Ze noemt het haar kwajongensnatuur. Hoe kon het anders. Ze werd opgevoed als was ze een jongen en kreeg zelfs de naam ‘Majoor Frans’. 

Ik weet niet wat de invloed van je grootouders op jouw opvoeding is geweest, maar ik herken in jou dezelfde strijdlust, hetzelfde vermogen om tegen alle opvattingen van je tijd in , jouw dingen te doen, te zijn  die je wilt zijn. Ik zie bij jullie beiden het verdriet over de prijs die daarvoor moet worden betaald. Dat is ook te zien in je roman, ‘Mejonkvrouwe de Mauléon’. Daarin gaat het niet alleen om de belevenissen van een zeventiende-eeuwse adellijke dame, maar vooral over de gevoelens van hoop en teleurstelling inzake de liefde van jouzelf, zegt Hannemieke Stamperius, ook wel bekend als Hannes Meinkema. Jouw verdriet is niet zoveel anders is dan dat van Francis. Zij had tenslotte ook een verloren liefde en heeft daardoor het kleine beetje vertrouwen dat ze in mannen had, voor lange tijd verloren.

Er zijn meer overeenkomsten. Jullie vermogen tot zorgzaamheid bij voorbeeld. Francis zorgde voor haar grootvader toen hij oud was en aan de speeltafel het familiekapitaal er had doorgejaagd. Ze zette in de loop der jaren haar hele erfenis in om de zaak draaiende te houden en werd daardoor zelf straatarm. Wat is erger dan verarmde adel? Desondanks zorgde ze ook nog voor het onderhoud van een kind, dat niet het hare was en voor de moeder van dat kind. Zo nu en dan kreeg zij wat hulp van buiten af, maar dat was heel weinig. Niet zo gek dat ik steeds jou zag, toen ik dat las.

Jij zorgde voor Johannes toen hij na het overlijden van zijn tweelingbroer vaak depressief was en geen vertrouwen meer had in zijn kunst en dus geen schilderij meer als ‘af’ kwalificeerde. Door zoveel mogelijk te publiceren kwam er via jou toch geld binnen.  Toen jullie oud werden, kregen jullie een toelage, die door vrienden bij elkaar werd gebracht. Dat moet vernederend voor je zijn geweest. Het lijkt sterk op de problemen van de verarmde adel, die je in Majoor Frans beschreef. 

Er is op zeventien oktober van dit jaar bij Christies in Amsterdam een schilderij geveild van Johannes. Het is een interieurschildering van de Grote Kerk in Alkmaar. Daar lag zijn grote kracht. Hij kon het licht zo prachtig weergeven. Bij Christies dachten ze dat het schilderij tussen de zeven en achtduizend euro zou opbrengen. Een euro is ruim tweemaal zoveel waard als de vroegere gulden. Het werden er twintigduizend ! Was dat maar tijdens jullie leven gebeurd. Je zou dan geen geldzorgen hebben gehad. Het is nu vaak nog zo, dat de kunstenaar en dat wat hij maakte of waar hij voor stond, pas wordt gewaardeerd als hij er niet meer is. Jij hebt ook na je dood niet veel waardering gekregen. Vandaag ontruk ik je daarom even aan de vergetelheid. Vandaag spreek ik alsnog mijn bewondering uit voor de krachtige manier waarop je in het leven stond en de tijdgeest bevocht. Je hebt een warme plek in mijn hart, jij sterke vrouw. 

                                                                                                               Alkmaar, oktober 2007
                                                                               door Nina Barhorst 

Bronnen:  Dagblad Tubantia    publ. 08.06.1991  recensent Kees van Kempen
                 Ach lieve Tijd           Gemeente Archief  Alkmaar uitg. Waanders
                 Recente gegevens:  Publicaties Noord Hollands Dagblad
                 Geïnspireerd door:   Majoor Frans     A.L.G. Bosboom Toussaint
                                                  Mejonkvrouwe de Mauléon  A.L.G. Bosboom Toussaint